Minister Plasterk van Cultuur heeft in de nota Kunst van Leven aan de Tweede Kamer een nieuwe systematiek voor de verdeling van cultuursubsidies uiteengezet. Het betreft de aanpassing van de Regeling subsidies en uitkeringen cultuuruitingen (Cultuur) en de publicatie van de Deelregeling subsidies Podiumkunstinstellingen 2009–2012 van het Nederlands Fonds voor de Podiumkunsten+ (NFP+) voor de verstrekking van meerjarige subsidies aan podiumkunstinstellingen. Beide regelingen treden op 1 november 2007 in werking.
In de nieuwe subsidiesystematiek wordt een scherper onderscheid gemaakt tussen subsidiëring door het ministerie van OCW en subsidiëring door verschillende fondsen. Door de wijziging van de regeling Cultuur wordt de subsidiëring in het kader van de landelijke basisinfrastructuur vastgelegd. De regelingen maken voor een groot deel van de instellingen direct duidelijk tot wie zij hun subsidieaanvraag kunnen richten. Tevens wordt via de regeling het criterium geografische spreiding geintroduceerd, welke fondsen dienen te hanteren bij de beoordeling van aanvragen.Voor de uitvoering van de ministeriële regeling is 75 tot 85 miljoen euro gereserveerd en voor overdracht van subsidierelaties aan het Nederlands Fonds voor de Podiumkunsten+ 26 tot 34 miljoen euro.
Minister Plasterk zal alle ontvangen aanvragen toetsen aan de functionele eisen in de ministeriële regeling. Aanvragen die niet voldoen aan die eisen, en daarom niet voor subsidie van OCW in aanmerking komen, worden in overleg met de aanvrager doorgestuurd naar het betreffende fonds. De aanvragen die wel aan die eisen voldoen worden voor advies doorgestuurd naar de Raad voor Cultuur. Met het advies van de raad beslist de minister welke instellingen gesubsidieerd zullen worden. Aanvragen van instellingen waarvan de raad adviseert ze niet tot de basisinfrastructuur te rekenen worden in tweede instantie alsnog naar het betreffende fonds doorgeleid.
De meeste van de huidige subsidierelaties kunnen terecht bij OCW of een fonds, maar voor een beperkt aantal podia en erfgoedinstellingen geldt dat niet voor de vierjaarlijkse regeling. Om te voorkomen dat er instellingen onbedoeld tussen de wal en het schip terecht komen, zijn verkennende gesprekken gevoerd met de betrokken overheden. Na de convenantsbesprekingen (zomer 2008) zullen concrete besluiten per instelling worden genomen. In de meeste gevallen zal de subsidieverantwoordelijkheid voor de betreffende instellingen uitgeruild kunnen worden tegen subsidie van OCW aan instellingen die wél rechtstreeks door OCW kunnen worden gesubsidieerd binnen de basisinfrastructuur. Uiteindelijk ontvangen alle aanvragers in de tweede helft van september een beschikking.
Om ervoor te zorgen dat alle culturele instellingen goed worden geïnformeerd bevat de ministeriele regeling daarom per artikel belangrijke informatie voor bijvoorbeeld toneelgezelschappen, festivals en presentatie-instellingen. De toelichting verduidelijkt de artikelen uit de regeling en gaat daarnaast in op de wijziging van de subsidieregeling, de indiening van aanvragen en de procedure rond de subsidieverlening. Een dezer dagen gaat ook de website www.cultuursubsidie.nl van start. De site is speciaal ontwikkeld voor culturele instellingen en bevat informatie van het ministerie van OCW en de cultuurfondsen. www.cultuursubsidie.nl is dé informatiesite voor cultuursubsidies voor de periode 2009-2012. Alle informatie over de aanvraagprocedure zal op deze site terug te vinden zijn. Instellingen kunnen hun aanvragen elektronisch indienen. Voor vragen is er een helpdesk.
Lees ook:Connecting Creativity als brug naar kennis, discussie en netwerken.
Lees ook:Nieuwe subsidieregeling cultuur: Plusregeling
Lees ook:Subsidies cultuurinstellingen overvraagd
Lees ook:PLAN haalt bakzeil in subsidiezaak tegen ministerie Buitenlandse Zaken
Lees ook:Duurzaamheidseisen voor biomassa binnen SDE-subsidie