Conceptadvies: SDE subsidie minder ruimhartig dan MEP

Voor de nieuwe subsidieregeling voor duurzame energieopwekking (SDE) vallen de subsidiebedragen lager uit dan bij de voorganger MEP (Regeling  Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie). In de regeling wordt het subsidiebedrag bepaald op basis van de zogeheten onrendabele top. Dat is het verschil tussen de kosten en de opbrengsten van schone elektriciteitsopwekking. De vergoeding voor de onrendabele top valt lager uit en  bovendien wordt de onrendabele top achteraf berekend. Dit blijkt uit een conceptadvies van het Energieonderzoekscentrum Nederland (ECN) en energieadviesbureau Kema.

De hoogte van de onrendabele top wordt bepaald door de elektriciteitsprijs voor conventionele stroom. Is deze hoog dan verschilt de opwekking van groene stroom weinig van de grijze. Als gevolg hiervan is het subsidiebedrag dan laag. Is de prijs voor grijze stroom laag dan is de opwekking van groene stroom relatief duur en wordt meer subsidie verstrekt.

Het ministerie van EZ heeft aan ECN en Kema gevraagd voor verschillende categorieën duurzame elektriciteitsopwekking een basisbedrag vast te stellen. Hierbij is uitgegaan van de gemiddelde productiekosten. Deze bedragen zijn lager uitgevallen dan ten tijde van de MEP. Omdat ze dichter bij de kostprijs voor grijze stroom liggen en dus de onrendabel top lager is, zal er minder subsidie worden verleend. Bij windenergie op land is bijvoorbeeld het maximum aantal vollasturen of de bedrijfstijd van deze windmolens hoog ingeschat. Hierdoor nemen de opbrengsten toe en is de onrendabele top lager en is bijgevolg minder subsidie nodig.

De onrendabel top zal bij de SDE voortaan achteraf worden berekend. Hiermee wordt beoogd dat schommelingen van de elektriciteitsprijs in de berekening worden meegenomen. Aanleiding voor deze wijziging was de constatering dat producenten bij stijgende elektriciteitsprijzen een hoger rendement haalden, waardoor achteraf bleek dat er minder of helemaal geen subsidie nodig was.

Het conceptadvies van KEMA en ECN is echter niet een definitieve kostprijsberekening. De bedoeling is dat marktpartijen reageren op de inschattingen. Vervolgens krijgt de SDE-regeling een definitieve vorm.

Voor de opwekking van duurzame elektriciteit is jaarlijks 800 miljoen euro vrijgemaakt. Voor de SDE is de komende jaren circa 326 miljoen euro beschikbaar.

Lees ook:Van Geel betreurt verleende subsidie voor Palmolieproject
Lees ook:Terughoudendheid met subsidie op grootschalig gebruik groene stroom
Lees ook:EUR 120 miljoen extra voor duurzame energieproductie
Lees ook:Openstelling Energietransitie – Unieke kansen regeling
Lees ook:MEP-subsidie ook voor vergister zonder mest

Eén reactie op “Conceptadvies: SDE subsidie minder ruimhartig dan MEP

  1. erik stevens

    Inmiddels is de SDE-regeling van kracht (0,33 eurocent per geleverde kWh). Dit is opzich een mooie maatregel, want het heeft er toe geleid dat op de eerste dag (1 april j.l.) 3.900 aanvragen zijn ingediend. Toch vraag ik mij af of mensen zich realiseren dat de subsidie niet meer is dan een klein steuntje, aangezien je over een grote dosis idealisme moet beschikken wil als je ‘rationeel’ naar de noodzakelijke investering kijkt. Een zonne-energie productiesysteem (panelen, omvormer, bekabeling, etc.) kent een terugverdientijd van tussen de 9 en 15 jaar. Een systeem met een vermogen van 3,5 kWp kost al snel zo’n 20.000 euro! Het loont overigens om te shoppen op de markt. Er blijken grote verschillen te zijn tussen leveranciers (een gratis rapport hierover is te vinden bij http://www.duurzameenergiethuis.nl). En bij de berekeningen van terugverdientijden is het tot nu toe alleen het Financieele Dagblad dat opmerkt dat als een consument het geld op de bank zet en gewoon energie afneemt van de energieleverancier, de opbrengsten hoger zijn

      /   Beantwoorden  / 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.